Column: Tahir

Wanneer je lesgeeft in het ziekenhuis, staan niet alle kinderen meteen te springen. Sommige kinderen zijn simpelweg te ziek om iets aan school te doen. Dan is het zaak om in ieder geval contact te leggen met school om te bespreken hoe het straks verder moet. Maar er zijn ook leerlingen die gewoon geen zin hebben. En dat is heel begrijpelijk. Want als je ziek bent, ga je niet aan school werken. Of toch wel?

Tahir (15) wil tijdens zijn opname niets van school weten. Geen zin. Te moe. Toch ga ik bij hem langs. Als ik bij het voorstellen zeg dat ik bij de ‘ziekenhuisschool’ werk, schieten zijn wenkbrauwen omhoog. Ik stel hem gerust; ik kom alleen een praatje maken. Gelukkig ken ik de school waar hij op zit goed. Ik vraag hem naar een paar docenten en we bespreken wat roddels. Aan het eind van het gesprek vraag ik terloops wat eigenlijk zijn favoriete vak is. “Aardrijkskunde”, zegt hij. Een schot in de roos. “Tahir, wist jij dat ik vroeger aardrijkskundedocent ben geweest?” Hij moet lachen. Ik stel voor om de volgende ochtend terug te komen om een les te geven over zijn woonplaats. Tahir stemt toe. Natuurlijk gaat het niet altijd zo makkelijk. En dat is niet erg. Toch is het maken van schoolwerk tijdens een opname van groot belang voor het herstel. Het gezonde deel van het lichaam wordt aangesproken en de buitenwereld wordt het ziekenhuis binnengehaald. School is een belangrijk onderdeel van het leven van het kind. Ook tijdens ziekte.

De volgende ochtend vertel ik Tahir aan de hand van foto’s iets over de ontstaansgeschiedenis van zijn stad. Al snel neemt Tahir het van mij over en vertelt ook zelf iets over zijn woonplaats. “Een ding weet ik zeker. Het is mooier dan Amsterdam.”

Deel dit artikel